vrijdag 11 maart 2016

Tenchinage en de weerspannige linkerarm

Iets wat meer en meer begint te dagen is het gegeven dat alle aikido-technieken op de één of andere manier wel gelinkt aan elkaar zijn. Meestal zijn ze dat dan ook op verschillende manieren. Ook het wapenwerk.

Vandaag onderzoek ik, voor mezelf, de plaatsing, verplaatsing en richting van de handen van tenchinage, met klemtoon op de stijgende (‘hemel’) hand.
Tijdens het aikido weekend in Heuvelland en ook op de reguliere trainingen merkte ik tot mijn verbazing op dat mijn linkerhand niet al te hoog naar de hemel reikt. Of minder omfloerst verwoord: dat deze niet recht omhoog gaat en ik veel te veel kracht gebruik, waardoor uke heel eenvoudig weerstand kan bieden en ik er (uiteindelijk) een pijnlijke schouder aan over houd. En links is normaal mijn goede kant voor aikido…

Ik onderzocht het zowel in gedachten als met een ingebeelde partner en kwam tot de conclusie dat het aan mijn (linker)kamae en het gebruik van mijn centrum ligt. Centrum, hoe kan het ook anders!

Het eerste punt wil zeggen dat ik mijn arm te veel opzij houd. In mijn ervaring dient die minstens in het verlengde van mijn bekken gehouden te worden. Alles dat daar voorbij ligt moet aan stabiliteit en controle inboeten.
Het tweede punt heeft te maken met plaatsing en gericht op uke blijven. Wat er bij contact gebeurd is dat het draaien van de heupen er voor zorgt dat mijn arm in mijn centrum is en mijn plaatsing (liefst uit de aanvalslijn) is van die aard dat ik gericht ben op uke.

Om dit te remediëren voelde ik intuïtief aan dat bokken-werk geschikt is. Door me iets uit de aanvalslijn te plaatsen (omote kant), te centreren naar uke en te wapenen oefen ik zowel de plaatsing, het recht voor me blijven werken als de elleboog laag te houden zodat ik kan werken in een verticale lijn, zonder extra kracht.
Wat wel even wennen was, was dat ik hiervoor mijn linkervoet voor moest zetten, zwaard gaande van mijn rechterheup naar uke’s rechterschouder. Wil je rechts oefenen, kan je de normale kamae gebruiken met rechts voor.

Nu ik dit even op mezelf geoefend heb, zal het wachten zijn tot de eerst volgende kans op de mat om te zien of ik weer één stapje verder gezet heb op het lange pad van aiki, of toch eerder over een steen gestruikeld ben. ☺